
Wat is werkverslaving écht?
Wat is werkverslaving écht?
Werkverslaving (workaholism) is meer dan gewoon hard werken.
Het is een psychologische toestand waarbij iemand overmatig én dwangmatig werkt, vaak ten koste van herstel, relaties en gezondheid.
Wat werkverslaving zo verraderlijk maakt, is dat het gedrag sociaal wenselijk oogt — maar intern wordt aangedreven door stress, schuldgevoelens en perfectionisme.
Je ziet ongetwijfeld de link al met ‘interne druk’ uit de Motivatie Check!
De meest gebruikte wetenschappelijke meetmethode is de Dutch Work Addiction Scale (DUWAS) (Schaufeli et al., 2006), die werkverslaving opsplitst in twee componenten:
1. Excessief werken (Working Excessively – WE)
Dit verwijst naar het gedrag: mensen investeren extreem veel tijd en energie in werk, vaak ten koste van andere levensdomeinen.
“Ik blijf vaak langer op het werk dan nodig is.”
“Ik werk door, zelfs als ik me moe of ziek voel.”
“Ik besteed veel vrije tijd aan werkgerelateerde zaken.”
“Tijdens vakanties blijf ik aan het werk denken.”
“Ik werk regelmatig ’s avonds of in het weekend.”
2. Compulsief werken (Working Compulsively – WC)
Dit gaat over de motivatie achter het gedrag: een innerlijke drang om te werken, voortkomend uit angst, perfectionisme of controleverlies.
“Ik voel me schuldig als ik niet werk.”
“Het is moeilijk voor mij om te ontspannen als ik niet werk.”
“Ik werk om onrust of stress te vermijden.”
“Ik heb het gevoel dat ik altijd beschikbaar moet zijn.”
“Zelfs als ik niets moet doen, voel ik toch de neiging om te werken.”
Hoe sluit werkverslaving aan bij de Zelfdeterminatietheorie (ZDT)?
Volgens de Zelfdeterminatietheorie (ZDT, Deci & Ryan, 2000) ontstaat duurzame, kwalitatieve motivatie wanneer drie psychologische basisbehoeften vervuld zijn:
Autonomie: de ervaring van vrijwilligheid en afwezigheid van druk
Verbinding: het gevoel erbij te horen en gesteund te worden
Competentie: het gevoel dat je bekwaam bent en vooruitgaat
Bij werkverslaving zijn deze behoeften juist gefrustreerd. Werken wordt een manier om met die frustratie om te gaan — maar op een manier die de onderliggende leegte niet vult, en zelfs vaak vergroot.
Autonomie wordt gefrustreerd: “Ik móét werken van mezelf.”
Verbinding lijdt eronder: werk gaat boven relaties.
Competentie raakt vervormd tot perfectionisme of angst om te falen.
Welk soort motivatie zit erachter?
Werkverslaving komt duidelijk van binnenuit, maar is zeker geen intrinsieke motivatie. Je werkt niet omdat je je werk leuk of interessant vind. Dit kan, maar de drijvende kracht is ‘druk’. Druk die van binnenuit komt.
Hier zit een motivatie van lage kwaliteit achter. Namelijk ‘interne druk’ of ‘Geïntrojecteerde regulatie’
“Ik werk hard omdat ik me anders schuldig, onrustig of waardeloos voel.”
Deze motivatie komt van binnenuit, maar is niet autonoom. Het is een vorm van interne druk: je bent zelf de stem die je opjaagt. Deze vorm van motivatie is volgens wetenschappelijk onderzoek (Van Beek et al., 2011) het meest kenmerkend voor werkverslaving.
Externe druk
Interne druk
Zinvolheid
Intrinsiek
Kan soms aanwezig zijn bij werkverslaving, maar is niet de drijvende kracht
Sterk aanwezig
Kan aanwezig zijn, maar ook niet de drijvende kracht
Kan aanwezig zijn, maar ook niet de drijvende kracht
“Mijn baas verwacht dit van mij.”
“Als ik niet werk, voel ik me schuldig.”
“Ik werk hard omdat ik het belangrijk vind.”
“Ik werk omdat ik het leuk vind.”
Samengevat:
Werkverslaving is géén gezonde toewijding. Het is een vorm van intern gecontroleerde motivatie, waarin mensen zich laten leiden door angst, schuld en het gevoel nooit genoeg te zijn.
De oplossing ligt niet in “minder uren werken”, maar in het herstellen van het ABC die de échte High Quality Motivatie mogelijk maken, zodat ook Low Quality Motivatie afneemt:
Autonomie: geen interne druk meer, geen schuld, geen schaamte
Verbinding: je waardevol voelen, los van je prestaties (deze is oh zo moeilijk!)
Competentie: succes mogen ervaren, ook zonder perfectie
Alleen dan wordt werken terug een keuze, in plaats van een vlucht.